Als ritueelbegeleider sta je aan de zijde van zoveel mensen, families, die afscheid nemen van hun geliefde. Met empathie als je belangrijkste eigenschap, probeer je hun verdriet te begrijpen, luister je aandachtig naar hoe ze zich voelen: verloren, verdrietig, boos of opstandig… Je neemt hen bij de hand en wandelt door het levensverhaal van hun overleden dierbare om daar een mooi verhaal van te maken, een passend afscheid. Wanneer de mensen de aula verlaten, zit jouw taak erop. Je hebt hen bijgestaan op dat ene, zo belangrijke moment. Nu is het aan hen. Om te leren leven met het verdriet en het gemis. Met sommige mensen hou je contact. Je stuurt eens een mailtje om te vragen hoe het gaat of je komt elkaar nog wel eens tegen. Andere mensen zie je nooit meer terug… Zoals het leven zo gaat. En dat is prima zo.
Maar wat als je als rouwbegeleider zelf een dierbare verliest?
Het overkwam mij onlangs. Na een erg emotioneel moment van afscheid bij leven, verloor ik de man, die voor mij als een tweede papa is geweest. Een mentor, maar ook zoveel meer… Ineens stond ik middenin de praktijk. Al die mooie woorden, die ik anders steeds paraat heb om mensen te troosten en bij te staan, leken me nu te hebben verlaten.
Ik voelde een niet te beschrijven mix van nabijheid, groter dan ooit tevoren, op een heel andere dan het aardse niveau. Vooral al wandelend in de natuur. Want daaraan had ik behoefte. Maar tegelijk is er als een immens krater geslagen in mijn lijf, dat ook fysiek pijn doet en in mijn hart. Een onbeschrijflijke leegte, die ik nooit meer op wil vullen… Om me steeds aan hem te herinneren.
Dankbaar
Iemand schreef: hoe mooi, dat hij je nu de kans geeft om je eigen theorie in de praktijk om te zetten. Om het leven verder al zijn kansen te geven, hoe groot het gemis ook is.
En zo is dat. Vreemd… Bijzonder vreemd… Hoe hij over de dood heen, in hetgeen ik met hart en ziel in dit leven doe, opnieuw mijn mentor blijkt te zijn. Om te groeien, beter te zijn. Ik ben hier zo dankbaar voor.
Bittere tranen
De begrafenis heb ik niet zelf begeleid. Dat was me niet gelukt. Je kan niet een rouwplechtigheid dragen en tegelijk rouwen. Dat weet ik nu ook. Ik was er en tegelijk ook niet. Hier en daar een woord of zin is blijven hangen van de vele bevlogen sprekers, de muziek raakte mij tot in het diepste van mijn ziel en mijn eigen tekst heb ik met zoveel sereniteit gelezen, dat ik er zelf stond van te kijken. Maar daarna was het over en uit. Bittere tranen…
Rouw.
De eerste keer dat ik na de begrafenis opnieuw in een aula kwam, was luttele dagen erna. Bizar genoeg had ik troost kunnen putten uit het voorbereidend gesprek met de familie. Niet dat ik hen daarover heb verteld. Dat had gekund, maar ik voelde niet dat dat moest. Niettemin, besefte ik dat we iets fundamenteels gemeen hadden: rouw.
De professionele ritueelbegeleider in mij was opnieuw paraat. Geen opwellende tranen. Ik ken mijn taak en heb die naar behoren kunnen uitvoeren. Ik heb ook geleerd dat je je van verdriet niet mag vergissen. Het verdriet van iemand anders kan wel dat van jou triggeren, maar je bent het aan jezelf en de ander verplicht, om eenieder zijn rouw te laten en te erkennen.
Dus ben ik daarna een stukje gaan wandelen. Op weg met de nabijheid en de leegte. En met tranen. Want het is nog zo vers…
Ik weet nu dat ik het kan. Hoe het moet. Hoe het voelt. Ik ben dankbaar. Zo ontzettend dankbaar… Om mijn leven, mijn job, de ontelbare verhalen waarvan ik de stille getuige ben geweest en nu ook om mijn eigen verdriet, dat zoveel vertelt over de liefde die er is geweest.
Reacties (1)