Toen ik 15 jaar was stierf mijn vader. Hij overleed na een ziekbed van een aantal maanden en de jaren ervoor waren ook niet gemakkelijk geweest. Zowel zijn geestelijke als lichamelijke gezondheid namen in die periode zienderogen af. Zijn ziekte en zijn gedrag, zo vond ik toen, belastte mijn moeder. Zij verzorgde mijn vader zelf, thuis, met minimale hulp van anderen en op liefdevolle wijze. En het legde een grote druk op mij. Als nakomer uit een groot gezin woonde ik als enig kind nog thuis.
Een zware en beklemmende periode
Ik vond het ongezellig, moeilijk en wist niet hoe om te gaan met die vader die permanent op bed lag. In de woonkamer. Het was ingewikkeld mijn eigen gang te gaan, vriendinnen mee naar huis te nemen, voluit te ademen en te leven. Mijn moeder werd vrijwel volledig in beslag genomen door de zorg voor mijn vader. Ik herinner me die periode als zwaar en beklemmend.
Het was onvoorspelbaar hoe lang deze terminale fase zou gaan duren. Ik verlangde naar het einde van die periode. Het leek me dat als mijn vader dood zou zijn het leven voor mijn moeder en mij weer zou beginnen. Ik ervoer de situatie, met die zieke vader, als nogal ondraaglijk en ik heb me in die tijd eenzaam en onbegrepen gevoeld. En daarbij eigenlijk niet verdrietig vanwege het naderende afscheid. Mijn vader was mijn vader al lang niet meer.
Zijn dood was voor mij vooral een opluchting
Hij kwam mooi aan zijn einde. Alhoewel er geen tekenen waren dat de dood opeens in zou treden waren het weekend voor zijn overlijden al zijn kinderen langs geweest. Hij gleed op de woensdag erna rustig weg, in het bijzijn van mijn moeder en van mij. Ik hield me op de achtergrond. We hebben nog wat lieve woorden uitgewisseld.
Eigenlijk meteen toen mijn vader dood was maakte zich een opluchting van mij meester. Ik was blij dat er een einde was gekomen aan die zieke vader op dat bed in de huiskamer. Het echte afscheid was wat mij betreft al lang achter de rug. Ik kon dan ook niet zo veel huilen.
Aandacht en begrip
In de dagen en weken na zijn overlijden kreeg ik veel aandacht. Men wilde mij troosten. Maar persoonlijk had ik die aandacht en dat begrip liever in een eerder stadium gehad. Toen verlangde ik vaak naar een arm om mijn schouder. Want het leven vóór de dood van mijn vader vond ik veel ingewikkelder dan het leven na zijn dood. Na zijn overlijden was ik een beetje verdrietig maar vooral opgelucht. Maar dat durfde ik tegen niemand te zeggen. Ik heb dat lang verzwegen en ik heb me er ook heel lang heel schuldig over gevoeld. Pas na jaren ben ik weer gaan houden van mijn overleden vader en ik kijk nu met liefde en dankbaarheid op zijn leven terug.
Door deze ervaring heb ik in mijn werk misschien meer oog voor jongeren die één van hun ouders na een ziekbed verliezen: Natuurlijk hebben die vaak intens verdriet. Heel anders dan ik zelf toen had. Maar naast intens verdriet kunnen er ook gevoelens zijn van opluchting en van verwarring over die opluchting. En je daar misschien schuldig over voelen. Ik heb zelf ervaren dat het me werd opgelegd dat ik verdrietig moest zijn. Voor een gevoel van bevrijding kreeg ik geen ruimte.
Tip
Voor degenen die met deze jongeren omgaan en hen begeleiden heb ik wellicht een tip: heb ook voor eventuele opluchting aandacht. Een gevoel van bevrijding mag er ook zijn, samen een heel scala van emoties. Het had mij goed gedaan als iemand me had geholpen die bevrijding te benoemen en me had uitgelegd dat ik me daar niet schuldig over hoefde te voelen. Ga er niet van uit dat een kind dat een ouder verliest per definitie alleen maar verdrietig is.
Reacties
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit artikel.