Het staartje van de winter is guur en koud, ik verlang naar het voorjaar. De lente met zijn frisse geuren, de vogels die zich voorzichtig laten horen en een groene waas aan de kale takken. Maar voor het zover is krijg ik eerst nog wat voor mijn kiezen.
Begin april ben ik twaalf en een half jaar in dienst bij C.M.O. en twee van mijn collega’s zijn al druk bezig met het organiseren van een feest. Wat heb ik veel gezien en gedaan in de afgelopen jaren. Toch houd ik altijd voor ogen, en blijkt ook steeds weer, dat er dingen zijn die ik nog niet eerder heb meegemaakt. En zo rol ik begin maart in de rol van zowel nabestaande als uitvaartleidster en zal ik dit proces ditmaal op mijn werkplek meemaken.
Loslaten
Jij bent geen familie, maar wel sinds mijn vroege jeugd in mijn leven. Terwijl jouw overlijden nadert, ben ik bezig met loslaten. Loslaten van een rafelig draadje naar mijn jeugd, mijn ouderlijk huis. Best gek, als je 50+ bent en zoveel jeugdherinneringen voorbijrazen, als een dolle rit in een tijdmachine.
Jij hebt al afscheid genomen van het leven. Je ziekenhuisbed is als een bankje op het station, waar jij alleen op de laatste trein wil wachten. Zonder ons, zonder afscheid. Toch glip ik even naar binnen, geef een kus op je hand en beloof dat ik straks goed voor je zal zorgen, zoals we jaren geleden hebben afgesproken. Je zwijgt en knikt en ik huil als ik de kamer uit ben.
Ik zoek kleding voor je uit in je huis. De laatste keer dat ik hier was gaf je een foto mee. Van een schip op zee, de Caristra, uit de tijd dat je nog voer. Je wilde graag een vergroting. Die is er niet meer gekomen. Thuis hang ik jouw kleding en mijn witte uniform klaar.
De laatste zorg
Mijn collega’s, de verpleging en de meldkamer zijn ingelicht dat ik je de laatste zorg zal geven. Halverwege de nacht gaat de telefoon, je bent rustig overleden. Ik rij naar het mij zo bekende ziekenhuis en wacht met mijn broer op de arts. We hebben een laatste gesprek met de arts en het voelt vreemd - in mijn witte uniform in de rol van nabestaande- maar het geeft me juist ook kracht om zo meteen mijn werk te doen.
Natuurlijk zijn er in de afgelopen jaren mensen in het mortuarium voorbijgekomen die ik kende, maar (gelukkig) niet van zo dichtbij. In de rust van de nacht verzorg ik je, in de mij zo vertrouwde ruimte, en dat voelt goed. In de vroege morgen kom ik thuis, waar manlief en kleindochter, die een nachtje bij ons logeert, me verwennen met een gezamenlijk ontbijt op bed. Een klein feestje na een intensieve nacht.
Een jubileum en een uitvaart
Na een paar uurtjes slaap overleg ik met mijn broer. Welke uitvaartondernemer kiezen we? Tussendoor app ik met mijn twee collega’s die zich ook hebben opgeworpen als ‘feestcommissie’ voor mijn jubileum. We appen over de uitvaart en over mijn komende jubileumfeest, het voelt als een natuurlijk evenwicht. Mede aangespoord door hen besluiten mijn broer en ik uiteindelijk om de uitvaart helemaal zelf te regelen, zonder uitvaartondernemer.
De dagen erna ervaar ik de warme en praktische steun van mijn collega’s en werkgever als een weldaad. Wat is het fijn om op hen terug te kunnen vallen en dingen te kunnen delen. Het zelf regelen van de uitvaart blijkt een intensieve taak. Mijn broer en ik bellen en appen wat af, maar het lukt ons om alles rond te krijgen.
We zitten in de auto en zijn onderweg om weer een onderdeel van het regelen af te strepen. Mijn broer draait Gerry Rafferty. Het brengt me terug naar eind jaren zeventig, toen we beiden nog in het ouderlijk huis woonden. Vandaag maken we een trip door Memory Lane. Het is fijn om samen een gedeeld stuk verleden op deze manier volwaardig af te sluiten.
Het is goed zo
De dag van de uitvaart is daar. In het mortuarium sluit ik de kist en plak het registratienummer erop: Caristra 2018, en ik wens je een behouden uitvaart. Ik zit naast de chauffeur in de rouwauto naar het crematorium. Een heimelijk genoegen, ik vind ze prachtig, de mooie staatsiewagens. Met hen die je lief hadden begeleiden we wandelend je laatste rit door een bomenlaan, het is goed zo.
Ruim een maand later is mijn jubileumfeest en ik heb genoten! Lief en leed gedeeld met collega’s in een maand tijd. De afgelopen twaalf en een half jaar zijn omgevlogen. Het was niet altijd makkelijk. Van een groentje dat ooit, als tiener, getraumatiseerd en bang was voor ‘dode mensen in een kist’ werd ik een leergierige medewerkster die veel facetten van de postmortale zorg heeft gezien en toegepast. En ik ben nog lang niet uitgeleerd in dit boeiende vak!
Reacties (4)