In deze rubriek interviewen wij mensen over het ingrijpende verlies van hun dierbare. Dat kan een zusje of broertje zijn, een dochter, een vader, een kind, een vriendinnetje… Elk verlies is specifiek en niet te vergelijken met elkaar. Tijdens het interview vertellen mensen hoe zij hun rouwperiode hebben ervaren, maar ook hoe zij hun dierbare herinneren.
Gesprekken voeren met opa
Opa Duif. Zo werd duivenmelker Anton Kooyman, de vader van Rina Slooff, door de hele buurt genoemd. Drieëntwintig jaar woonde hij bij haar in huis. Elf jaar geleden stierf hij op negentigjarige leeftijd aan hartproblemen. De gesprekken aan de keukentafel gaan nog vaak over hem. En haar verstandelijk gehandicapte zoon Marcel zit regelmatig op de kamer van zijn opa. Daar voert hij gesprekken met hem, luistert de cd van de begrafenis en zingt ‘Abba Vader’.
Schuilen bij het duivenhok
Het lijkt een groot offer om je vader zoveel jaar in huis te hebben, maar voor Rina was het vanzelfsprekend. “Hij kon zichzelf niet redden toen mijn moeder stierf. Hij had van haar nooit een eigen leven mogen leiden”, vertelt Rina. Ze heeft een moeilijke jeugd gehad. “Mijn moeder was manisch depressief en mijn zus, mijn vader en ik leden hier onder. Ze was vaak boos en had een obsessieve schoonmaakdrang. Mijn vader verschuilde zich altijd in de tuin bij het duivenhok, als hij terugkwam van de blikjesfabriek waar hij werkte.” Omdat Anton nooit zichzelf had kunnen zijn, wilde Rina dat hij de laatste jaren van zijn leven kon genieten. Op zijn 69ste kwam hij bij Rina en haar gezin inwonen. Zijn duivenhok zetten ze in de tuin.
Altijd een oppas
Voor de kinderen van Rina en haar man Jaap was het leuk om opa in huis te hebben. Ze hadden een berichtje in de krant laten zetten met de tekst: ‘Hieperdepiep opa komt bij ons wonen!’ Hoewel Anton een eigen deel had in huis, at hij elke avond mee. “In het begin was het best moeilijk. Een normaal gezinsleven was hij niet gewend. Dus hij begreep sommige dingen niet en dat zorgde voor spanningen. Later ging het beter. En het voordeel was: ik had altijd een oppas”, zegt Rina. Anton was een maatje voor de kinderen. Vooral Marcel was erg gesteld op zijn opa, die altijd voor hem klaarstond. Marcel is epileptisch, verstandelijk beperkt en spastisch en werd daarom goed in de gaten gehouden door Anton.
De rolstoel
In de jaren dat Anton bij Rina en haar familie in huis woonde, gebeurde er iets naars. Rina had last van bekkeninstabiliteit en belandde uiteindelijk in de rolstoel. Ze zou nooit meer kunnen lopen. “Die tijd liepen de spanningen met mijn vader hoog op. Ik had het er heel moeilijk mee dat ik niet meer kon lopen en hij wist niet goed wat hij ermee aan moest. Toch dacht Rina er geen moment aan hem uit huis te plaatsen. Ze is blij dat hij zoveel jaar bij hen heeft gewoond. “Hij heeft ons gezin echt verrijkt. Maar ik had het echt niet alleen aangekund. Ik ben blij dat mijn man Jaap en de kinderen veel zorg op zich namen.”
Klik op het pijltje voor de volgende foto
Duivensoep
De buurt waar ze woonden was ook gesteld op Anton. Alle kinderen kwamen bij ‘Opa Duif’ langs om zijn duivenhok te bezichtigen. Hij wist alles over duiven en kon er goed over vertellen. Anton deed mee met duivenwedstrijden en won vaak prijzen. Rina laat een zilveren loofblad zien dat hij ooit had gewonnen. “Als de duiven niet goed meer konden vliegen en oud waren, maakte hij er duivensoep van. Die deelde hij uit aan de hele buurt. Iedereen vond het lekker”, vertelt ze. “Maar als er een duif van een tegenstander in de tuin zat wilde hij er ook nog weleens duivensoep van maken”, voegt ze eraan toe.
Verlies van opa
De laatste jaren van Antons leven waren zwaar. Hij werd incontinent, was vaak benauwd en zijn grootste passie, de duiven, kon hij niet meer verzorgen. Het duivenhok ging naar een oom toe, tot zijn grote verdriet. Voor Rina, Jaap en de kinderen die hem verzorgden, waren die jaren ook heftig. “We moesten regelmatig ons bed uit omdat hij in zijn bed had geplast of last had van benauwdheid”, vertelt ze. De dag dat Anton stierf kan ze zich nog goed herinneren. ‘“Weet je waar ik zin in heb? In zuurkool met gehakt en bananen!’ zei hij tegen me op 4 januari 2006. Toen ik die maaltijd klaar had gemaakt ging Jaap naar boven om mijn vader te halen voor het eten. Daar lag hij dood in zijn bed met een lach op zijn gezicht. Vanaf dat moment eten we altijd die maaltijd op 4 januari.”
“Geen pinguïns op mijn begrafenis!”
Ze lieten opa een week op zijn kamer liggen. Zo kon iedereen afscheid van hem nemen. Marcel was ontroostbaar door het verlies van opa. Hij vertelde hele verhalen aan hem en vroeg vaak of Rina en de anderen zin hadden om koffie te drinken bij opa. “Toen de kist klaarstond beneden, hield mijn oudste zoon het lichaam van mijn vader in zijn armen en kwam zo de trap af naar beneden. Daar legde hij hem in de kist”, zegt Rina terwijl haar stem trilt. Ze moet altijd een traantje wegpinken als ze aan dat moment terugdenkt. De begrafenis was mooi. Niemand droeg zwart. “Geen pinguins op mijn begrafenis!” had Anton gezegd. Ook wilde hij dat er geen cake geserveerd werd, maar bamihapjes, kroketten en borreltjes. “Het was erg gezellig en er kwamen meer dan honderd mensen. Marcel liet drie duiven los op de begraafplaats. Later zaten die bij ons in de tuin. Dat was erg bijzonder”, vertelt Rina.
Zijn laatste vlucht
In huis staan nog een paar spullen van Anton, maar niet veel meer. “Ik heb nog wat blikjes van hem bewaard die hij heeft gemaakt. Die zijn erg mooi. Het was een echte vakman”, zegt ze. Af en toe gaat ze naar het graf om het schoon te maken. Er staat een duif op de steen met de tekst: ‘zijn laatste vlucht’. Dat vond het gezin erg toepasselijk na het verlies van opa. “Voor ons allemaal is hij er nog steeds. We maken grapjes over hem en halen herinneringen op. Ik zeg vaak: ‘Zou opa nu moeten lachen om ons terwijl hij op zijn sterretje zit?’”
Ken of ben jij iemand die wilt vertellen over het verlies van een dierbare? Stuur ons dan een mailtje naar info@rememberme.nl en dan nemen we contact met je op.
Reacties (2)