Er zijn veel redenen om niet te speechen op een uitvaart. Te spannend, te emotioneel. Er is maar één reden om het wel te doen: dit is de laatste keer dat je het kán doen. Ga ervoor. Om het je makkelijker te maken geef ik je 7 tips voor speechen tijdens een uitvaart.
1. Accepteer de emotie
De grootste angst van sprekers op een uitvaart is dat ze emotioneel worden. Laat dat vooral geen reden zijn om niet te speechen. Accepteer de emotie en reken erop dat deze komt (vaak gaat het dan juist heel goed!). Zorg voor een glaasje water of iemand naast je. Dat helpt. Met die emotie valt het dan allemaal wel mee.
2. Hou het kort
Een mooie lengte voor een speech tijdens een uitvaart is vijf minuten. Dat zijn ongeveer 500 woorden (100 woorden is één minuut). Helemaal als jij niet de enige bent die een speech zal voorbereiden voor de uitvaart is het krachtiger om kort en bondig te speechen dan lang. Je publiek heeft maar beperkt aandacht. Dit is een mooie richtlijn.
3. Focus
Om te komen tot die 500 woorden zul je ook heel veel weg moeten laten. Ga er vanuit dat juist heel veel je speech níet haalt. Wat is écht belangrijk? Zorg dat je verhaal dáár over gaat. De rest is vaak bijzaak en leidt eigenlijk af van wat je wilt dat mensen onthouden. Stel jezelf de vraag: ‘Als ik één ding moet kiezen dat mensen onthouden uit mijn verhaal (en dus van de overledene), wat is dat dan?’. Dan is 500 woorden ineens weer meer dan genoeg.
4. Het gaat niet om jou
Zó vaak gaan speeches tijdens een uitvaart over de emotie van degene die spreekt. Hoe verdrietig hij of zij is. Mijn stelling is: het gaat niet om jou. Je wilt een eerbetoon brengen aan degene die is overleden. Waak voor verhalen ‘waar je bij had moeten zijn’. Richt je verhaal op het hele publiek. Niet alleen een klein kringetje. Zorg dat iedereen je kan volgen.
5. Blijf ademen
Ik zeg het vaak tegen de sprekers: vergeet niet te ademen. Van de spanning zit je adem heel hoog. Ik betrap mezelf er ook heus nog wel eens op. Zet twee voeten stevig op de grond en adem een paar keer in en uit. Als je dit doet ‘zakt’ je adem meteen en dat is lekkerder voor jezelf, maar ook fijner voor je publiek om naar te luisteren.
6. Geloof in jezelf
Je kunt tegen jezelf zeggen hoe spannend je het allemaal vindt. En een ervaring uit het verleden neem je misschien mee naar nu. Maar het is vandaag. Niet het verleden. En ervaringen uit het verleden bieden geen garantie voor de toekomst. Dat werkt ook andersom. Als het een keer niet zo goed ging betekent dat niet dat het nu ook niet goed gaat. Geloof in jezelf en zeg dat vooral ook tegen jezelf. Praat jezelf moed in, in plaats van jezelf de put in te praten.
7. Je bent sterker dan je denkt
Want écht: je bent sterker dan je denkt. Afgelopen tijd heb ik weer veel sprekers geholpen. Elke keer waren ze zo nerveus, maar voelden wel dat ze wilden speechen, hadden voorzorgsmaatregelen getroffen (glaasje water, iemand die ernaast zou staan). En weet je: in alle gevallen stonden ze daar uiteindelijk gewoon zelf. Zonder iemand ernaast. Wel met een glaasje water.
Maar dat glaasje water? Dat staat er nog steeds.
Vanuit de focus, door te oefenen en door te vertrouwen konden ze het gewoon. Natuurlijk, het is spannend. Maar je bent sterker dan je denkt. Dus dat speechen. Dat kan je gewoon!
Reacties
Er zijn nog geen reacties geplaatst bij dit artikel.