In deze rubriek interviewen wij mensen over het ingrijpende verlies van hun dierbare. Dat kan een zusje of broertje zijn, een dochter, een vader, een kind, een vriendinnetje… Elk verlies is specifiek en niet te vergelijken met elkaar. Tijdens het interview vertellen mensen hoe zij hun rouwperiode hebben ervaren, maar ook hoe zij hun dierbare herinneren.
Het voorjaar van 2015, het moet een prachtige zomer worden voor Anja Dalhuisen en haar man. Anja is hoogzwanger van hun kleine Boris en ze zou begin mei moeten bevallen. Maar vlak daarvoor gaat het helemaal mis. Het hartje van Boris stopt plots met kloppen. Anja moet een dag later bevallen van hun overleden baby. Ze zal nooit voor Boris kunnen zorgen. Ze kan alleen haar verdriet verzorgen.
Verdriet verzorgen
Toen Boris overleed liep Anja naar eigen zeggen flink tegen een muur op. “Je buik, je armen, je hoofd, alles voelt leeg. Ik was heel verdrietig en voelde me eenzaam.” Anja kon geen invulling geven aan de zorg die een moeder van nature wil geven aan haar kind. Ze hield zich bezig met het bij elkaar pakken van spulletjes voor Boris, gedenkplekjes maken en foto’s verzamelen van hem. “Het waren symbolische dingen om wel met hem bezig te zijn zonder dat hij er was. Ik kon niet voor Boris zorgen maar wel voor mijn verdriet. En helemaal weg gaat dat nooit meer.”
‘Ik heb nog niet gezongen’
Ook door te schrijven kon Anja het verdriet om haar overleden baby verzorgen. “Ik lag in bed met Boris naast mij in een wiegje en ik zat opeens helemaal in de schrijfmodus.” Als bekend gezicht in de omgeving (Anja deed in 2012 mee aan The Voice Of Holland) werd haar in het ziekenhuis aangeraden publiekelijk bekend te maken wat er gebeurd was, om ongemakkelijke vragen of opmerkingen zo veel mogelijk te voorkomen. Dus publiceerde ze haar verhaal via social media, met als titel: ‘Ik heb nog niet gezongen’.
Schrijven om te verwerken
Op haar bericht kwamen ontzettend veel reacties en het werd door zeker tienduizend mensen gelezen. “Dat voelde goed en toen ik twee weken later weer wat had geschreven, dacht ik: laat ik dit ook eens delen.” Sindsdien is Anja niet meer gestopt met schrijven. Ze vulde een blog met verhalen over Boris en dit voorjaar heeft ze zelfs een boek gepubliceerd waarin ze ook nog handvaten geeft voor andere ouders die een vergelijkbaar verlies hebben meegemaakt.
Anja vindt het mooi dat ze andere mensen kan helpen met haar verhalen, maar voor haar persoonlijk is vooral het schrijven zelf belangrijk. “Mijn geest gaat altijd alle kanten op en door het schrijven krijg ik meer inzicht in mijn gedachten. Natuurlijk kan ik met mijn man Ad praten. Dat vind ik ook fijn, maar soms kun je dingen niet uitleggen. En als ik schrijf, hoef ik geen rekening te houden met een ander.” Anja vertrouwt de pen en het papier volledig. “Veel dingen die ik opschrijf en die mensen hebben gelezen, heb ik nooit hardop gezegd. Ik vind het niet erg om het te delen, maar krijg het gewoon mijn strot niet uit.” Ze lacht.
Hij bracht mensen die dat nodig hadden dichter bij elkaar. Daarom is hij onze tovenaar.
Nieuw geluk
Een tijd na het overlijden van Boris raakt Anja opnieuw zwanger. Ze is in verwachting van een dochtertje, Babet. Met het oog op het verlies van Boris was dit een heftige bevalling maar alles gaat dit keer goed. Al verzacht de komst van Babet de pijn om het verlies van Boris niet. “Ik vind het prachtig dat ik een dochter heb waarvan ik kan genieten en waarvoor ik écht kan zorgen.”
Met Babet maakt Anja nu allerlei herinneringen. Daarvoor heeft zij bij Boris natuurlijk amper tijd gehad. “De momenten met Boris waren vooral zwaar en verdrietig.” Maar er zijn ook mooie herinneringen: “Hij lag naast ons bed in een wiegje met een koelmatrasje eronder. Af en toe legden we hem tussen ons in, in bed. We raakten hem aan, keken naar hem. Dat klinkt misschien gek, maar dat was heel fijn.”
Anja heeft met Boris nooit in levende lijve herinneringen kunnen opbouwen. “Dat is heel lastig want aan de ene kant had ik al die herinneringen ook met Boris willen hebben maar aan de andere kant zou je die dan ook meer moeten missen.” Maar toch: “Ik had er veel voor gegeven om een paar dagen met hem te leven.”
Onderdeel van het gezin
Boris maakt, hoewel hij overleden is, onlosmakelijk onderdeel uit van het gezin. “Als ik Babet naar bed breng noem ik in het slaapliedje dat we zingen altijd ieders naam en dus ook de zijne.” Ook steekt Anja regelmatig een kaarsje aan en staat er een foto van hem in de huiskamer. “Ik moet wat kunnen doen met Boris. Maar dat kan ik niet, dus doe ik dit.”
Sereen sprookje
In de korte tijd dat mensen Boris hebben kunnen meemaken, heeft hij iets bijzonders betekend. “Liefde is voor ons altijd belangrijk geweest maar hij heeft daar in de overtreffende trap een schepje bovenop gedaan”, vertelt Anja. “Toen Boris nog thuis was en er kwamen mensen langs voelde het als een sprookje. Een wrang sprookje maar het had iets moois, iets sereens.” Want volgens Anja gebeurde er iets met de mensen die hem gedag kwamen zeggen. “Het was bijna heilig en dat voelde iedereen. Hij bracht mensen die dat nodig hadden dichter bij elkaar. Daarom is hij onze tovenaar.”
En in zekere zin tovert Boris nog altijd: “Doordat ik mensen kan helpen met de verhalen die ik schrijf. Natuurlijk had ik dit alles liever nooit gedaan als ik daar mijn zoon voor terug zou krijgen. Maar het is fantastisch dat ik dit voor Boris kan doen.”
Reacties (2)